De Kennisgroep loonheffing algemeen heeft een nieuw standpunt gepubliceerd over de vraag of een vergoeding voor het opladen van de auto van de zaak door de werknemer thuis op basis van de consumentenprijs of de eindverbruikersprijs buiten de loonsfeer blijft. Het standpunt van 2 mei 2023, nr. KG:204:2023:7, V-N 2023/28.7, is hierbij ingetrokken.
Aan een werknemer is een elektrische auto ter beschikking gesteld, die bij zijn woning wordt opgeladen. Op de vraag hoe hoog de vergoeding is die de werkgever onbelast mag verstrekken aan de werknemer antwoordt de kennisgroep dat de werkgever alleen de werkelijke uitgaven kan vergoeden als intermediaire kosten. De werkgever kan ook een onbelaste zakelijke transactie sluiten met de werknemer. Deze transactie vindt plaats buiten de loonsfeer.
De werkgever mag de integrale kostprijs van de elektriciteit onbelast vergoeden. Deze wordt bepaald door de vaste en variabele kosten te delen door het aantal door de werknemer verbruikte kilowattuur (kWh). Daarnaast kan ook een evenredig deel van de afschrijving op de zonnepanelen aan de integrale kostprijs worden toegerekend. Het prijsplafond voor energie kan de integrale kostprijs verlagen.
Als een werknemer voor het opladen van de auto gebruik maakt van een openbare laadpaal bij de woning kan de werkgever de kosten die de werknemer betaalt voor dat opladen, onbelast vergoeden.
Als werkgever en werknemer afspraken maken over de doorlevering van energie onder zakelijke voorwaarden kan bij deze zakelijke transactie ook de door zonnepanelen opgewekte energie worden meegeleverd.
Bij twijfel moet de inspecteur aannemelijk maken dat sprake is van een hogere vergoeding dan een vergoeding onder zakelijke voorwaarden of van een vergoeding van de intermediaire kosten.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 10
Rubriek: Loonbelasting
Regelgevende instantie: Belastingdienst
Editie: 6 november
Informatiesoort: VN Vandaag