X doet BPM-aangifte voor een uit Duitsland afkomstige Land Rover Defender. In het taxatierapport wordt € 9935 aftrek wegens schade opgevoerd, waardoor de verschuldigde BPM uitkomt op € 1642. Later heeft Domeinen Roerende Zaken de auto ook getaxeerd. Bij de naheffing zijn de handelsinkoopwaarden van beide taxaties gemiddeld en is een aanslag van € 1933 opgelegd. Rechtbank Gelderland verlaagt deze tot € 1523 door de schade op € 6500 te schatten. De inspecteur gaat in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat bij de naheffing de handelsinkoopwaarden zijn gemiddeld, waardoor in feite een waardevermindering van € 5270 is geaccepteerd. Het staat de inspecteur niet vrij hiervan nu nog terug te komen. Ervan uitgaande dat X een hogere waardevermindering niet aannemelijk maakt, is zij € 1195 BPM verschuldigd. Dit is lager dan wat de rechtbank heeft vastgesteld, maar X is niet incidenteel in hoger beroep gegaan, zodat de uitspraak van de rechtbank in stand blijft. X krijgt wel een proceskostenvergoeding van € 1050.
Wetsartikelen:
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 16 december