A-G Jääskinen concludeert dat de woorden "belastingtarief" en "verschillende belastingniveaus" in punt 56 van het Test Claimants-arrest uit 2006 louter betrekking hebben op wettelijke of nominale belastingtarieven.
In de jaren 1973-1999 kende het Verenigd Koninkrijk twee verschillende stelsels om de dubbele belasting voor aandeelhouders enigszins te verminderen. Het ene bestond uit een vrijstellingsmethode voor binnenlandse dividenden en een verrekenings- (of krediet)methode voor buitenlandse dividenden. In zijn arrest van 12 december 2006, nr. C-446/04 inzake de Test Claimants in the Franked Investment Income (FII) Group Litigation (hierna: Test Claimants) oordeelde het Hof van Justitie EU (HvJ EU) onder andere dat de twee stelsels niet in strijd zijn met het EU-recht, onder de voorwaarde dat:
„het belastingtarief voor buitenlandse dividenden niet hoger is dan het tarief voor binnenlandse dividenden en het belastingkrediet ten minste gelijk is aan het bedrag dat is betaald in de lidstaat van de uitkerende vennootschap, tot beloop van het bedrag van de belasting in de lidstaat van de ontvangende vennootschap". De Britse rechter heeft inmiddels in dezelfde procedure – die nog steeds niet is afgerond – nieuwe prejudiciële vragen gesteld. Advocaat-generaal (A-G) Jääskinen concludeert dat de woorden "belastingtarief" en "verschillende belastingniveaus" in punt 56 van het Test Claimants-arrest uit 2006 louter betrekking hebben op wettelijke of nominale belastingtarieven.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht
Editie: 15 januari
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal)