Hof Amsterdam oordeelt dat de nieuwe regeling voor invorderingsrente onmiddellijke werking heeft voor aanslagen waterschapsbelasting.

Belanghebbende, X, is een stichting. Zij maakt bezwaar tegen aanslagen waterschapsbelasting over de jaren 2008 t/m 2013. X heeft deze aanslagen (aanvankelijk) volledig betaald. De heffingsambtenaar van Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht vermindert naar aanleiding van het bezwaar de aanslagen en betaalt binnen zes weken na de vermindering het teveel betaalde bedrag aan X terug. In geschil is of X recht heeft op vergoeding van invorderingsrente over deze uitbetaling.

Hof Amsterdam oordeelt dat de nieuwe regeling voor invorderingsrente onmiddellijke werking heeft voor aanslagen waterschapsbelasting. Op grond van de per 1 januari 2013 in werking getreden wettelijke regeling heeft X echter geen recht op vergoeding van invorderingsrente. De heffingsambtenaar heeft immers binnen zes weken na vermindering van de aanslagen de verschuldigde bedragen aan X uitbetaald (art. 28a IW 1990), terwijl er geen sprake is van een afgewezen verzoek om uitstel van betaling (art. 28b) noch van een in strijd met het Unierecht geheven belasting (art. 28c). Voor aanslagen waterschapsbelasting bestaat, anders dan voor aanslagen inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting, geen eerbiedigende werking (art. XXXIV van het Belastingplan 2012). De wetgever is met dit onderscheid binnen zijn ruime beoordelingsvrijheid gebleven.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Invorderingswet 1990 28c

Invorderingswet 1990 28b

Invorderingswet 1990 28a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Invordering

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 24 augustus

17

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen