X doet BPM-aangifte v2) oordeelt dat het nadere stuk niet tot de procedure wordt toegelaten, omdat het niet uiterlijk tien dagen voor de zitting is ingediend. Het belang van X bij het innemen van nieuwe stellingen weegt niet op tegen het algemene belang van een doelmatige procesgang (vgl. HR 10 april 2009, 42.681, V-N 2009/18.14). Het afzien van het horen van X is geoorloofd, gelet op de vernietiging van de aanslag. Het geschil over de hoogte van de proceskostenvergoeding houdt geen rechtstreeks verband met de BPM, zodat de eventuele schending van het EU-verdedigingsbeginsel niet aan de orde is. Bovendien vormt het besluit om de forfaitaire bezwaarkostenvergoeding toe te kennen geen bezwarend besluit. Het beroep van X is ook voor het overige ongegrond.

oor een Volkswagen Scirocco en voldoet € 1192. Er volgt een naheffingsaanslag van € 1620 met € 72 aan belastingrente. Na bezwaar is de aanslag verminderd tot nihil. Het verzoek tot vergoeding van de werkelijke proceskosten is afgewezen, in plaats daarvan krijgt X de forfaitaire vergoeding van € 246. Rechtbank Noord-Nederland stelt de inspecteur in het gelijk. X stelt in hoger beroep dat de hoorplicht is geschonden. Zes dagen voor de zitting stuurt de gemachtigde een 'hoger beroepschrift/herstel verzuimen’ naar het hof.

Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N Vandaag 2019/124)

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Algemene wet bestuursrecht 7:3

Algemene wet bestuursrecht 8:58