Rechtbank Zeeland-West-Brabant doet opnieuw uitspraak. Er is weliswaar sprake van een kennelijke rekenfout of verschrijving, die zich voor herstel leent, maar de rechtbank wil X niet de mogelijkheid ontnemen om hoger beroep te kunnen instellen.

X en de inspecteur komen ter zitting een compromis overeen ten aanzien van de aan X opgelegde aanslag erfbelasting. Op 19 februari 2016 doet Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak. In het dictum neemt de rechtbank op dat de verkrijging van X uitkomt op € 229.952, en dat, na toepassing van de vrijstelling van € 19.000, € 204.952 resteert, waarover X erfbelasting verschuldigd is. De inspecteur verzoekt de rechtbank vervolgens om de verschrijving te corrigeren. X stelt echter dat inhoudelijk over de redenering en berekening van de inspecteur getwist kan worden.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart de uitspraak van 19 februari 2016 vervallen, en doet opnieuw uitspraak. De rechtbank overweegt daarbij dat er weliswaar sprake is van een kennelijke rekenfout of verschrijving, die zich voor herstel leent, maar dat zij X niet de mogelijkheid wil ontnemen om hoger beroep in te kunnen stellen. De rechtbank vermindert de verkrijging vervolgens naar € 210.952.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Successiewet 1956 21

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Schenk- en erfbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 17 februari

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen