Het HvJ EU oordeelt dat Portugal in strijd met btw-richtlijn 2006/112 heeft gehandeld door op landbouwproducenten een bijzondere regeling toe te passen die niet verenigbaar is met de btw-richtlijn.

Portugal kent een belastingvrijstelling voor agrarische werkzaamheden. Aan deze vrijstelling is uitsluiting van aftrek van btw-voorbelasting gekoppeld. Volgens de Europese Commissie (EC) is deze regeling – in feite een nihiltarief – onverenigbaar met de gemeenschappelijke forfaitaire regeling van btw-richtlijn 2006/112. De EC is daarom een precontentieuze procedure tegen Portugal gestart. Volgens de EC is Portugal namelijk de verplichtingen die op haar rusten krachtens de art. 296 - 298 btw-richtlijn 2006/112 niet nagekomen.

Het Hof van Justitie EU (HvJ EU) oordeelt dat Portugal in strijd met btw-richtlijn 2006/112 heeft gehandeld door op landbouwproducenten een bijzondere regeling toe te passen die niet verenigbaar is met de btw-richtlijn. Het HvJ EU overweegt daarbij dat de regeling producenten vrijstelt van betaling van btw en in de toepassing van een forfaitair compensatiepercentage van nihil voorziet. Hiermee is Portugal volgens het HvJ EU niet de op haar krachtens de art. 296 - 298 btw-richtlijn 2006/112 rustende verplichtingen nagekomen.

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

1

Gerelateerde artikelen