X is houder van een Audi met een geschorst kenteken. X rijdt één dag voor de APK naar een garage. Op 18 juni 2020 is de auto daar goedgekeurd en dezelfde dag heft X de schorsing op. In geschil is de MRB-naheffing over 7 oktober 2019 tot en met 17 juni 2020, alsmede de 100% verzuimboete van € 1501. Volgens X was de APK al op 17 juni 2020 begonnen en was toen een draagarmrubber niet voorradig. Volgens Rechtbank Noord-Holland is dit verhaal niet geloofwaardig. X heeft namelijk eerder verklaard dat de garage die dag geen tijd had en er is ook geen factuur die de reparatie bevestigd. De boete wordt verminderd tot nihil. De inspecteur stelt in hoger beroep dat met een geschorst kenteken slechts mag worden gereden op de dag van de APK en dat de rechtbank de boete had moeten matigen tot 25%.
Hof Amsterdam oordeelt dat een vermindering van de boete tot nihil passend en geboden is. Niets wijst erop dat X zich heeft gerealiseerd dat het gebruik van de weg op 17 juni 2020 kon leiden tot de naheffing. De naheffing is bovendien een fors bedrag dat X in termijnen betaalt en X en zijn partner hebben de zorg voor drie kinderen. Het beroep van de inspecteur is ongegrond, zodat hij € 548 griffierecht moet betalen.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 37
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 35
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 28 juli