Hof Den Haag oordeelt dat de vaststelling van het niet in Nederland belastbaar inkomen voor de Zorgverzekeringswet bij NiNbi-beschikking terecht is en niet leidt tot inbreuk op het eigendomsrecht van X.
Belanghebbende, X, heeft de Nederlandse nationaliteit en woont in 2018 het gehele jaar in België. X geniet pensioeninkomen uit zijn in Nederland gevestigde pensioen-BV. Volgens zijn aangifte IB/PVV 2018 is zowel zijn pensioenuitkering als zijn AOW-uitkering niet in Nederland belastbaar. De inspecteur geeft een NiNbi-beschikking 2018 af met een wereldinkomen van € 306.810 en een niet in Nederland belastbaar inkomen van € 23.063. In geschil is of de NiNbi-beschikking terecht is afgegeven.
Hof Den Haag oordeelt dat de NiNbi-beschikking terecht is afgegeven. Nederland mag heffen over de pensioenuitkering, er is geen reden om voor 2018 anders te oordelen dan voorgaande jaren. Het hof is het ook oneens met de stelling van X dat de vaststelling van de beschikking leidt tot een inbreuk op het eigendomsrecht van X. Dat het CAK de beschikking gebruikt voor het vaststellen van de buitenlandbijdrage Zvw, doet daar niet aan af. Het hoger beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen 8a
Instantie: Hof Den Haag
Rubriek: Internationaal belastingrecht
Editie: 24 januari
Informatiesoort: VN Vandaag