Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de heffingsambtenaar geen feiten en omstandigheden heeft aangevoerd waaruit volgt dat de rechtsbijstand om niet is verricht.

Aan mevrouw X is door de gemeente Heerenveen een naheffingsaanslag parkeerbelasting van € 63,20 inclusief kosten opgelegd. X machtigt A bv om bezwaar, beroep en hoger beroep in te stellen en zij gaat ermee akkoord dat een eventuele proceskostenvergoeding aan A bv toekomt. Na bezwaar is de aanslag vernietigd. In geschil is of terecht geen bezwaarkostenvergoeding is toegekend. Volgens Rechtbank Noord-Nederland zijn aan beroepsmatige rechtsbijstand in beginsel kosten verbonden. De gemeente maakt het tegendeel niet aannemelijk. X krijgt dus alsnog € 46 bezwaarkosten en een proceskostenvergoeding van € 766 voor het beroep. In hoger beroep stelt de heffingsambtenaar dat het is uitgesloten dat X ooit kosten heeft of zal maken voor de rechtsbijstand.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar geen feiten en omstandigheden heeft aangevoerd waaruit volgt dat de rechtsbijstand om niet is verricht. Uit de feiten volgt juist het tegendeel: de gemachtigde heeft betaling van de proceskosten bedongen. X heeft zich namelijk verplicht om de proceskosten waarop zij aanspraak heeft aan de gemachtigde te doen toekomen als vergoeding voor de bijstand. Het maakt niet uit dat de bijstand is verleend op basis van 'no cure no pay'. Het beroep van de heffingsambtenaar is ongegrond. X krijgt een proceskostenvergoeding voor € 525.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 7:15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 2 september

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen