De beslissing over een eventuele afschaffing van de BTW op openbaar vervoersdiensten laat voorlopig nog op zich wachten. Dat blijkt uit de antwoorden van staatssecretaris Van Rij van Financiën op Kamervragen hierover van het lid Alkaya (SP).

Volgens de staatssecretaris vergt het toepassen van een verlaagd of nultarief een zorgvuldige afweging. Op dit moment werkt het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KIM) aan een analyse welke instrumenten ingezet kunnen worden om de overstap van de auto naar het openbaar vervoer (OV) te bevorderen. De planning is om het rapport in het najaar van 2022 naar de Kamer te sturen.

Daarnaast komt de Europese Commissie later dit jaar met een voorstel over BTW op (internationale) treinkaartjes. Verder wordt het verlaagde BTW-tarief in algemene zin geëvalueerd door het Ministerie van Financiën en komt een rapport van PBL beschikbaar over de bereikbaarheid van banen en voorzieningen voor verschillende bevolkingsgroepen en gebieden. De vragen kunnen dan beter beantwoord worden.

Het volledig afschaffen van de BTW op OV kost inclusief taxivervoer naar verwachting tussen de 300 en 400 miljoen. Een introductie van een extra 6%-tarief op OV is IT-technisch niet haalbaar voor 2026.

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 17 mei

17

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen