Hof Den Haag oordeelt dat twee nog te slopen woningen in 2013 en 2014 niet zijn aan te merken als woning in aanbouw voor de toepassing van de eigenwoningregeling.
X koopt in 2009 twee woningen. Hij wil deze woningen laten slopen en een nieuwbouwwoning laten bouwen. De sloopwerkzaamheden starten op 6 juli 2015. De nieuwbouwwerkzaamheden starten in 2016 maar moeten vanwege renovatiewerkzaamheden in de straat worden uitgesteld. X besluit in het voorjaar van 2017 zijn bouwplannen te staken en de woning in aanbouw te verkopen. Verkoop vindt plaats op 4 december 2019. In geschil is uiteindelijk nog of er in 2013 en 2014 sprake is van een woning in aanbouw voor de toepassing van de eigenwoningregeling.
Hof Den Haag oordeelt dat er in 2013 en 2014 geen sprake is van een woning in aanbouw. X maakt niet aannemelijk dat in die jaren voldoende concrete stappen zijn gezet op grond waarvan naar redelijke verwachting valt aan te nemen dat de bouwkundige werkzaamheden binnen afzienbare tijd zouden beginnen. Voordat met de bouw kon worden begonnen, moesten de oude woningen worden gesloopt en de grond worden gesaneerd. Pas bij de start van de sloopwerkzaamheden was voorzienbaar dat de bouwwerkzaamheden binnen afzienbare tijd zouden beginnen.
Lees ook het thema Eigenwoningregeling.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.119a
Wet inkomstenbelasting 2001 3.120
Wet inkomstenbelasting 2001 3.111