X is eigenaresse en gebruikster van een woning met bijgebouwen, ondergrond en tuin en tevens is zij eigenaresse van een weiland. Eerst in haar beroepschrift stelt X dat het weiland valt onder de cultuurgrondvrijstelling. Op de zitting van de rechtbank licht de gemachtigde van X deze stelling nader toe en biedt hij daarvoor (voorwaardelijk) bewijs aan. Rechtbank Almelo gaat zonder motivering aan het bewijsaanbod voorbij en verklaart het beroep ongegrond. In hoger beroep zijn partijen het erover eens dat de cultuurgrondvrijstelling geldt en dat de WOZ-waarde moet worden verlaagd. Alleen nog in geschil is of X recht heeft op een proceskostenvergoeding.
Hof Arnhem-Leeuwarden kent een proceskostenvergoeding toe omdat het niet uitsluitend aan de handelwijze van X te wijten is dat zij beroep en hoger beroep heeft moeten instellen. Het hof neemt hierbij in aanmerking dat X in de beroepsfase een professionele gemachtigde heeft ingeschakeld die zich reeds in het beroepschrift heeft beroepen op de cultuurgrondvrijstelling. Ter zitting bij de rechtbank heeft de gemachtigde voorts nog een (voorwaardelijk) aanbod gedaan om bewijs te leveren dat aan de voorwaarden van de cultuurgrondvrijstelling is voldaan. Dit bewijsaanbod is door de rechtbank zonder enige motivering gepasseerd waardoor X het bewijs pas in hoger beroep heeft kunnen leveren. Dat is echter X niet aan te rekenen. Het hoger beroep van X is gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 28 februari