Volgens het EVA-hof is de Noorse liquidatiebelasting mogelijk in strijd met het EVA-verdrag. Het EVA-hof geeft in zijn uitspraak aan onder welke voorwaarden er sprake is van strijd met het EVA-verdrag.

Het Noorse Arcade Drilling SA is in Noorwegen gevestigd. In 2001 wordt Arcade overgenomen door de Britse Transocean Groep. De activiteiten van Arcade worden na de overname vanuit Aberdeen gepland, en vanaf medio 2001 vergadert de directie ook in Aberdeen. Tot eind 2002 staat Arcade nog in Noorwegen geregistreerd. In haar belastingaangifte over het jaar 2001 geeft Arcade aan dat de Britse Belastingdienst zou kunnen concluderen dat zij voor de belastingheffing in het Verenigd Koninkrijk (VK) is gevestigd en dat zij dan niet langer meer belastingplichtig in Noorwegen is. Nadat de Britse Belastingdienst concludeert dat Arcade in het VK is gevestigd, vraagt de Noorse Belastingdienst nog enige informatie op bij Arcade, maar accepteert vervolgens, zonder nader onderzoek, de aangifte. In 2010 herziet de Noorse Belastingdienst de aanslagen voor de jaren 2001 en 2002. Volgens de Belastingdienst heeft Arcade namelijk haar hoofdkantoor per 19 december 2002 verplaatst, en was zij, op grond van het Noorse vennootschapsrecht, verplicht om haar onderneming te liquideren. Dit leidt er volgens de Belastingdienst toe dat Arcade liquidatiebelasting is verschuldigd. De Noorse rechter heeft het EVA-hof om advies in deze zaak gevraagd.

Het EVA-hof oordeelt dat er sprake is van een beperking van de vrijheid van vestiging en de gelijke behandeling van vennootschappen en natuurlijke personen als bedrijven die in dezelfde omstandigheden als Arcade verkeren, maar niet hun hoofdkantoor verplaatsen, niet onderworpen zijn aan de liquidatiebelasting. Verder oordeelt het EVA-hof nog dat de Noorse regeling, op grond waarvan belasting wordt geheven over ongerealiseerde meerwaarden omdat een vennootschap niet langer meer een zelfstandig rechtspersoon is, in strijd is met art. 31 EVA-verdrag. Het EVA-hof merkt hierbij op dat dit slechts geldt als noch de autoriteiten, noch een rechterlijke instantie die bevoegd is om vast te stellen dat de vennootschap geen zelfstandig rechtspersoon meer is, hebben vastgesteld dat de vennootschap haar zelfstandige status heeft verloren.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht

Instantie: European Free Trade Association

Editie: 6 oktober

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen