Staatssecretaris Snel van Financiën heeft een nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel Wet implementatie artikel 1 richtlijn elektronische handel naar de Tweede Kamer gestuurd.

Kleinere ondernemers worden tegemoet gekomen, wanneer ze maar in 1 lidstaat een vestiging hebben en wanneer ze onder de omzetdrempel van € 10.000 blijven voor hun grensoverschrijdende digitale diensten.

De Tweede Kamer gaat in op het waarom van de grens van € 10.000, op het aantal bewijsstukken dat de ondernemers moeten leveren voor het bepalen van de plaats waar de consument van digitale diensten gevestigd is, en op de mogelijkheid voor kwalificerende ondernemers om er voor te kiezen toch de btw te blijven voldoen in het land van de consument. Dit laatste in verband met mogelijke tariefvoordelen. Omdat afdracht in de eigen lidstaat bedoeld is als een begunstigende administratieve faciliteit en niet als een nadelig uitwerkende verplichting, hebben lidstaten besloten om ondernemers die onder de drempel blijven de keuze te bieden tussen de administratieve faciliteit of het benutten van het buitenlandse tariefvoordeel.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting, Belastingrecht algemeen

Dossiers: Prinsjesdag 2018

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 29 oktober

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen