Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën heeft de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel Wet implementatie belastingplichtmaatregel ATAD2 (35931) naar de Tweede Kamer gestuurd. Nederland voldoet aan haar implementatieverplichting vanaf 1 januari 2022. Het kabinet gaat in de nota naar aanleiding van het verslag niet integraal in op het commentaar van de NOB en het RB, alleen daar waar een fractie heeft gevraagd om op een specifiek onderdeel van deze commentaren te reageren.
De leden van de VVD-fractie vragen naar de verschillen tussen de bevoegdheden van de inspecteur op basis van art. 12ag Wet VPB 1969 en op basis van de AWR. Het kabinet merkt op dat de documentatieverplichting van art. 12ag Wet VPB 1969 niet geldt voor de voorgestelde belastingplichtmaatregel voor omgekeerde hybride lichamen. De documentatieverplichting moet worden gezien als een verduidelijking van de administratieverplichting van art. 52 AWR en niet als een uitbreiding daarvan. Het kabinet is van mening dat bij de toepassing van de documentatieverplichting voldoende rechtsbescherming wordt geboden. Het kabinet is niet voornemens om art. 12ag Wet VPB 1969 door middel van een nota van wijziging te schrappen.
Naar aanleiding van een vraag van de leden van de fractie van de PvdA of door toepassing van de hybridemismatchmaatregelen de behandeling van trusts wijzigt, merkt het kabinet op dat het onderhavige wetsvoorstel in beginsel niet van toepassing is op buitenlandse trusts. Verder gaat het kabinet naar aanleiding van vragen van de leden van de fractie van D66 en CDA in op de definitie van een gelieerd natuurlijk persoon en een gelieerd lichaam.
Volgens het kabinet is geen sprake van samenloop tussen het wetsvoorstel en het voorgestelde art. 8bd Wet VPB 1969 dat is opgenomen in het wetsvoorstel Wet tegengaan mismatches bij toepassing zakelijkheidsbeginsel (35933). Wel zullen de maatregelen uit wetsvoorstel 35933 van toepassing kunnen zijn op omgekeerde hybride lichamen. Naar aanleiding van vragen leden van de fractie van GroenLinks over de aanvang en het einde van de belastingplicht voor omgekeerde hybride lichamen schrijft het kabinet dat het geen aanleiding ziet om bij de aanvang en het einde van de belastingplicht van een omgekeerd hybride lichaam af te wijken van de aanvang en het einde van de belastingplicht van andere belastingplichtigen in de vennootschapsbelasting.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingrecht algemeen, Vennootschapsbelasting
Dossiers: Prinsjesdag 2021
Regelgevende instantie: Staten-Generaal
Editie: 19 oktober