Staatssecretaris Idsinga van Financiën heeft de nota naar aanleiding van het verslag bij de Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025 naar de Tweede Kamer gestuurd.

In de nota beantwoordt de staatssecretaris onder andere vragen over de evaluaties van de BOR en DSR ab, de Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2024, de keuze om de toegang tot de BOR en DRS ab te beperken tot aandeelhouders-ondernemers, de versoepeling van de bezit- en voorzettingseis, het onbedoeld gebruik van de BOR op latere leeftijd, de dubbel-BOR en de wijziging van de inwerkingtredingsdatum voor de verruiming van de verwateringsregeling en de toegang voor kleine familiebelangen.

Uit de beantwoording van de staatssecretaris blijkt onder andere dat:

  • De BOR wordt behouden omdat deze een belangrijke rol vervult bij een bedrijfsopvolging;

  • Door de Wetten aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2024 en 2025 de doelmatigheid van de BOR en de DSR ab wordt verbeterd;

  • De eerste ervaringen met de Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2024 positief zijn;

  • Voor de monitoring van de Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2024 een invoeringstoets is voorgesteld, en een vinger aan de pols wordt gehouden ten aanzien van de uitwerking van de maatregelen en de Kamer daarover regelmatig zal worden informeren;

  • De staatssecretaris verwacht dat de praktijk, voor belangen die per 1 januari 2026 niet voldoen voor de BOR of DSR ab, overdrachten naar voren zal halen, om zo onder huidige wetgeving te vallen;

  • Mogelijk misverstand is ontstaan wat betreft de kwalificatie van soortaandelen. Soortaandelen die onder de huidige wetgeving kwalificeren voor de BOR of DSR ab, met uitzondering van tracking stocks, kwalificeren vanaf 1 januari 2026 volgens de staatssecretaris ook voor deze regelingen mits deze een belang vertegenwoordigen van meer dan 5% van het totale kapitaal. Soort aandelen worden niet anders behandeld dan gewone aandelen;

  • De regering verwacht dat de verruiming van de verwateringsregeling en de toegang voor kleine familiebelangen kwalificeert als ongeoorloofde staatssteun. Beide maatregelen moeten ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Europese Commissie.

Wetsartikelen:

Successiewet 1956 35b

Wet inkomstenbelasting 2001 4.42

Wet inkomstenbelasting 2001 4.41

Wet inkomstenbelasting 2001 4.40

Wet inkomstenbelasting 2001 4.39c

Wet inkomstenbelasting 2001 4.39b

Wet inkomstenbelasting 2001 4.39a

Wet inkomstenbelasting 2001 4.39

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Rubriek: Schenk- en erfbelasting, Inkomstenbelasting

Regelgevende instantie: Staten-Generaal

Editie: 15 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

Dossiers: Prinsjesdag 2024

744

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen