Minister Hermans van Klimaat en Groene Groei heeft de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel beëindiging van de salderingsregeling voor elektriciteit naar de Eerste Kamer gestuurd. De minister gaat onder andere in op de terugverdientijd van zonnepanelen.
Minister Hermans van Klimaat en Groene Groei heeft de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel Wijziging van enkele wetten ter uitvoering van de beëindiging van de salderingsregeling voor elektriciteit en enkele technische wijzigingen (36611) naar de Eerste Kamer gestuurd. De minister gaat onder andere in op de terugverdientijd van zonnepanelen.
Met het aangenomen amendement Grinwis c.s. (Kamerstukken II 2024/25, 36611, nr. 15) wordt de redelijke vergoeding tot 1 januari 2030 vastgelegd op minimaal 50% van de voor de levering van elektriciteit overeengekomen leveringsprijs, oftewel het kale leveringstarief. Deze minimumvergoeding zal gelden voor elk type contract. Berenschot gaat in haar onderzoek uit van een redelijke vergoeding van 25% van het kale leveringstarief, maar heeft in de gevoeligheidsanalyse ook gekeken naar een redelijke vergoeding met een hoogte van 50%, wat dus overeenkomt met de verplichting uit het amendement voor de jaren 2027, 2028 en 2029. Bij verder gelijkblijvende aannames, zorgt dit voor een gemiddeld huishouden in het onderzoek voor een vermindering van de terugverdientijd met 1,3 jaar.
Het kabinet neemt geen nieuwe maatregelen om zonnepanelen te blijven stimuleren. Het blijven overstimuleren van zonnepanelen door te sturen op een lage terugverdientijd verergert netcongestie doordat een prikkel om het aandeel eigen verbruik te verhogen ontbreekt, en zou voor hoge kosten blijven zorgen.
Lees ook het thema Wetsvoorstel Wet beëindiging salderingsregeling per 2027 (36611).
Wetsartikelen:
Wet belastingen op milieugrondslag 50
Rubriek: Milieuheffingen
Regelgevende instantie: Staten-Generaal
Editie: 12 december
Informatiesoort: VN Vandaag
Dossiers: Prinsjesdag 2024