Minister Van Hijum van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel verlenging van de transitieperiode naar het nieuwe pensioenstelsel (36578) naar de Tweede kamer gestuurd.

Dit wetsvoorstel moet een zorgvuldige, beheerste transitie beter mogelijk maken voor alle uitvoerende partijen. Dit lukt het beste door de transitie met een jaar te verlengen van 1 januari 2027 naar 1 januari 2028 én door de transitiedata over te hevelen naar een algemene maatregel van bestuur (AMvB).

Het verder verlengen van de pensioentransitie is alleen noodzakelijk wanneer uit de uitvoeringspraktijk blijkt dat dit nodig is en er geen alternatieve, mitigerende maatregelen beschikbaar zijn. Tot een eventuele volgende aanpassing van de bij AMvB vast te leggen transitiemijlpalen wordt daarom niet lichtvaardig besloten.

Medio 2025 wordt gewogen of de transitieperiode verlengd moet worden. In de Wtp is een maximale compensatieperiode van dertien en een half jaar geregeld. In deze periode is er een hogere fiscale premiegrens, ten behoeve van compensatie uit de premie voor de afschaffing van de doorsneesystematiek. Per 1 januari 2037 komt deze fiscale faciliteit te vervallen. Het verlengen van de transitie biedt nog steeds ruimte voor partijen om eerder over te stappen.

De meeste pensioenfondsen varen naar verwachting op of voor 1 januari 2027 in, waarmee er nog een ruime compensatieperiode van 10 jaar overblijft, wat in lijn is met de afspraken uit het Pensioenakkoord.

Zie voor meer informatie over de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel: V-N 2024/31.10.

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 18a

Rubriek: Loonbelasting

Editie: 16 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

37

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen