Staatssecretaris Van Rij van Financiën informeert de Eerste Kamer over de Wet compensatie wegens selectie aan de poort door middel van de nota naar aanleiding van het verslag. Meer dan 3500 burgers hebben recht op compensatie omdat hun aangiften IB/PVV op discriminatoire redenen zijn geselecteerd. Ook wanneer correctie terecht zijn bestaat recht op compensatie.
Dit wetsvoorstel biedt een juridische grondslag voor het daadwerkelijk kunnen toekennen van compensatie aan burgers waarvan aangiften IB/PVV op niet fiscale gronden zijn geselecteerd en gecorrigeerd. De totale kosten voor de regeling raamt de staatssecretaris op € 20,7 miljoen.
Tussen het moment dat een belastingplichtige een aangifte indiende en daadwerkelijk compensatie volgt kan meer dan 10 jaar kan zitten. Het kabinet werkt dan ook toe naar een snelle compensatie van de burgers en wil niet dat de compensatieregeling later dan 1 januari 2024 in werking treedt.
Compensatie geldt niet alleen voor burgers waarvan de aangifte ten onrechte zijn gecorrigeerd. Het zwaartepunt van de compensatie ligt bij het compenseren van een mogelijke schending van een grondrecht in plaats van wat materieel de juiste belastingafdracht is. Een selectie op discriminatoire gronden dient er volgens de staatssecretaris toe te leiden dat een hierop gebaseerde correctie wordt teruggedraaid.
De risico’s dat de regeling slecht of niet uitvoerbaar is zijn afgedekt. De Belastingdienst was nauw betrokken bij de uitwerking van de compensatieregeling. Alles overziend heeft het kabinet de verwachting dat de Belastingdienst een juiste uitvoering zal geven aan de voorgestelde compensatieregeling.
Lees ook het thema Wet compensatie wegens selectie aan de poort.
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Regelgevende instantie: Staten-Generaal
Editie: 21 november
Informatiesoort: VN Vandaag
Dossiers: Prinsjesdag 2023