Staatssecretaris Van Rij van Financiën, Fiscaliteit en Belastingdienst heeft de nota naar aanleiding van het verslag bij wetsvoorstel Wet tijdelijke regeling herzien aangifte inkomstenbelasting (36428) naar Tweede Kamer gestuurd.

Met de in het wetsvoorstel Wet tijdelijke regeling herzien aangifte inkomstenbelasting (36428) voorgestelde maatregelen wordt volgens de Staatssecretaris van Financiën, Fiscaliteit en Belastingdienst een deugdelijke wettelijke grondslag voorgesteld voor de huidige praktische werkwijze van de Belastingdienst bij het herzien van een aangifte inkomstenbelasting. Het gaat om een werkwijze die al jaren wordt toegepast en zorgt voor een laagdrempelige en eenvoudige manier om omissies in de heffing te herstellen. De bewindsman verwacht dat de bestaande huidige werkwijze ook in de toekomst goed zal functioneren. Om deze reden is niet voorzien in een evaluatiebepaling. Dat blijkt uit de nota naar aanleiding van het verslag bij dit wetsvoorstel. Leden van de fracties van de VVD, het CDA, de ChristenUnie, de SP en het lid Omtzigt hebben vragen en opmerkingen bij dit wetsvoorstel gesteld.

Het kabinet erkent dat niet alle verschillen tussen bezwaar en ambtshalve vermindering worden weggenomen. De bezwaarprocedure brengt voor de belastingplichtige bepaalde rechten mee, bijvoorbeeld omtrent horen of inzage, die niet bestaan in het kader van ambtshalve vermindering. Daarentegen kent de formele bezwaarprocedure ook bepaalde verplichtingen die ambtshalve vermindering niet kent. Al met al zijn de voorgestelde maatregelen volgens het kabinet een verbetering voor de belastingplichtige.

Lees ook het thema Wetsvoorstel Wet tijdelijke regeling herzien aangifte inkomstenbelasting (36428).

[Nieuwsbron]

Rubriek: Inkomstenbelasting

Regelgevende instantie: Staten-Generaal

Editie: 17 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

Dossiers: Prinsjesdag 2023

216

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen