Staatssecretaris Van Rij van Financiën heeft een nota van wijziging bij het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de overgangsperiode bij de invoering van een mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens (CBAM) (36205) naar de Tweede Kamer gestuurd.
Op 8 november 2022 heeft de bewindsman een verzoek naar de Tweede Kamer gestuurd om de behandeling van dit wetsvoorstel aan te houden (V-N 2022/52.7). Van Rij wilde de definitieve tekst van de EU-Verordening CBAM afwachten om te bezien of het wetsvoorstel aangepast zou moeten worden. De definitieve tekst van de verordening is inmiddels bekend (2023/956, PbEU L130) en met deze nota van wijziging wordt het wetsvoorstel aangepast. Een deel van de verordening treedt in werking vanaf 1 oktober 2023. De parlementaire behandeling van het wetsvoorstel dient zo mogelijk voor die datum te zijn afgerond.
In het wetsvoorstel is de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) aangewezen als bevoegde nationale autoriteit. Met de nota van wijziging wordt de mogelijkheid opgenomen om bij algemene maatregel van bestuur een aparte uitvoerder voor de toelatingstaak aan te wijzen, zodat daar op een later moment de keuze voor kan worden gemaakt. Dit is wenselijk omdat op dit moment nog niet duidelijk is bij welk uitvoeringsorgaan deze taak het meest efficiënt en effectief kan worden neergelegd.
Lees ook het thema Wetsvoorstel Wijziging Wet Milieubeheer in verband met overgangsperiode bij invoering CBAM (36205).
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Milieuheffingen
Regelgevende instantie: Staten-Generaal
Editie: 25 mei