Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de inspecteur toepassing van het nultarief terecht heeft geweigerd omdat sprake is van fraude. De inspecteur maakt aannemelijk dat X bv voor de levering van de exportauto’s aan de buitenlandse bedrijven valse facturen heeft opgemaakt.
X bv houdt zich bezig met de handel in en reparatie van personenauto's en lichte bedrijfsauto's. Vanaf 2012 legt X bv zich toe op de inkoop van grote hoeveelheden personenauto’s bij leasemaatschappijen, die zij vervolgens verkoopt en exporteert. Daarbij wordt het BTW-nultarief toegepast. Naar aanleiding van een door het OM ingesteld strafrechtelijk onderzoek naar mogelijke BTW-fraude bij X bv, legt de inspecteur BTW-naheffingsaanslagen op voor in totaal ruim € 13 mln. X bv behandelt de leveringen van de exportauto’s aan buitenlandse bedrijven namelijk als ICL’s, terwijl deze buitenlandse bedrijven geen opgave van ICV’s doen en geen BTW afdragen. In geschil is of toepassing van het nultarief moet worden geweigerd.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de inspecteur toepassing van het nultarief terecht heeft geweigerd omdat sprake is van fraude. De inspecteur maakt aannemelijk dat X bv voor de levering van de exportauto’s aan de buitenlandse bedrijven valse facturen heeft opgemaakt. Verder acht de rechtbank het ook aannemelijk dat X bv wist dat zij via de verkoop van de exportauto’s deelnam aan transacties die onderdeel waren van een BTW-fraudeketen. De rechtbank verwerpt de beroepen van X bv op onder andere het neutraliteitsbeginsel en het gelijkheidsbeginsel. De beroepen zijn ongegrond en de BTW-naheffingsaanslagen blijven in stand.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 9
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Rubriek: Omzetbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht, Europees belastingrecht
Editie: 27 februari
Informatiesoort: VN Vandaag