Belanghebbende, X, heeft de Nederlandse nationaliteit en woont in Nederland. In de periode van januari 2019 tot en met mei 2019 is hij als piloot gestationeerd in het Verenigd Koninkrijk. Zijn werkzaamheden bestaan uit het vliegen op vluchten binnen het VK, vliegen op internationale vluchten en overige werkzaamheden zoals training en stand-bye werkzaamheden. X maakt bezwaar tegen de aanslag IB/PVV 2019. In geschil is of X aanspraak kan maken op een aftrek ter voorkoming van dubbele belasting van elders belast inkomen voor een gedeelte van zijn VK-inkomen.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inspecteur terecht geen aftrek ter voorkoming van dubbele belasting heeft verleend. Uit het belastingverdrag tussen Nederland en het VK blijkt namelijk dat de verdragspartijen, in afwijking van het OESO-modelverdrag, een woonstaatheffing zijn overeengekomen voor bemanning van een luchtvaartuig. Het OESO-commentaar is niet van belang omdat in het belastingverdrag een daarvan afwijkende regel is opgenomen. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Internationaal belastingrecht
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 25 mei