X bv koopt in België een gebruikte personenauto van € 4.700. In de BPM-aangifte is de handelsinkoopwaarde berekend op € 262 door de koerslijstwaarde van € 5.244 te verminderen met de schade van € 4.982. In geschil is of terecht een naheffingsaanslag is opgelegd van (uiteindelijk) € 1.040. De bewijslast moet volgens de inspecteur worden omgekeerd en verzwaard, aangezien X bv niet de vereiste aangifte heeft gedaan. Rechtbank Gelderland oordeelt dat X bv bewust veel te weinig BPM heeft voldaan, zodat zij overtuigend moet aantonen dat de aanslag te hoog is. X bv als professionele handelaar zelf namelijk een aanzienlijk hoger bedrag betaald dan het aangegeven bedrag. € 262 is op zichzelf beschouwd al een zeer onaannemelijke waarde in het economische verkeer, zelfs voor een schadeauto. X bv slaagt niet in de op haar rustende (verzwaarde) bewijslast. De naheffing is voorts gebaseerd op een redelijke schatting. Het beroep van X bv is ook voor het overige ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 13 februari