Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat de stortingen op de privérekening van X afkomstig moeten zijn uit een niet in haar aangiften vermelde bron van inkomen.
X is directeur-grootaandeelhouder van drie bv's, die actief zijn in de zorgsector. Bij een VPB-boekenonderzoek blijkt dat de bv's door een vermeende diefstal geen administratie hebben. Op basis van een derdenonderzoek bij banken stelt de inspecteur dat X grote bedragen, waaronder PGB-gelden, op haar privérekening heeft ontvangen. In geschil is of deze ontvangsten terecht bij haar in de IB-sfeer zijn belast als resultaat uit overige werkzaamheden.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat de stortingen op de privérekening afkomstig moeten zijn uit een niet in de aangiften vermelde bron van inkomen. X moet zich hiervan ook bewust zijn geweest, omdat veel meer uitgaven zijn gedaan dan haar UWV-uitkering toeliet. De bewijslast wordt daarom omgekeerd en verzwaard. De schattingen van de inspecteur zijn voorts redelijk, met uitzondering van een lening die ten onrechte bij X is belast.
Lees ook het thema De aangifteverplichting in de AWR.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Instantie: Rechtbank Gelderland
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Inkomstenbelasting
Editie: 7 september
Informatiesoort: VN Vandaag