Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat X inkomen niet in haar aangifte IB/PVV heeft opgenomen en daarmee aan de vereisten voor omkering van de bewijslast is voldaan. 

Belanghebbende, X, drijft in de vorm van een bv een onderneming op het gebied van zakelijke dienstverlening. De inspecteur legt aan X de thans in geschil zijnde navorderingsaanslagen IB/PVV 2005 en 2006 op. Daarin zijn diverse correcties begrepen, onder andere vanwege onttrekkingen door X aan de bankrekening van de bv.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat X haar inkomen niet in haar aangifte IB/PVV heeft opgenomen en daarmee aan de vereisten voor omkering van de bewijslast is voldaan. Wel ziet de rechtbank aanleiding om de correcties van de inspecteur te verlagen omdat X aannemelijk heeft gemaakt dat zij in het buitenland zakelijke activiteiten heeft verricht en daarvoor kosten heeft gemaakt en omdat de correcties wegens contante privé opnames en gebruikelijk loon in wezen een dubbeltelling inhouden. In zoverre zijn de beroepen van X gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 2 september

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen