De heer X start in 2008 een boekhoud- en belastingadvieskantoor. In 2013 stelt de inspecteur een informatiebeschikking vast, aangezien tijdens een boekenonderzoek diverse informatie niet is verstrekt, zoals bankafschriften van privé-rekeningen en kopieën van facturen die zijn vermeld op bankafschriften. Verder is er ondanks de kasontvangsten geen kasboek bijgehouden. Zo zijn in 2012 van de 708 particuliere aangiften er 518 niet als omzet verantwoord. In geschil zijn primair de IB-navorderingsaanslagen over 2008 tot en met 2012, alsmede de vergrijpboetes. De omzetcorrecties zijn € 40.000 (2008), € 70.000 (2009), € 97.935 (2010), € 110.000 (2011) en € 110.000 (2012).
Rechtbank Gelderland oordeelt dat X, zelf belastingadviseur, zich er van bewust had moeten zijn dat door zijn onjuiste IB-aangiften relatief en absoluut aanzienlijke belastingbedragen niet zouden worden betaald. Naast verzwegen omzet heeft X ook veel te hoge kosten afgetrokken. De schattingen van de inspecteur zijn redelijk. De enkele stelling van X dat hij als startende ondernemer nooit zulke omzetten kan hebben behaald, is onvoldoende om als tegenbewijs te dienen. De 25% vergrijpboetes zijn passend en geboden, met dien verstande dat deze vanwege de omkering van het bewijs bij de navordering met 10% worden gematigd en nog eens met 10% vanwege het overschrijden van de redelijke termijn. De bezwaren met betrekking tot de btw-heffingsaanslagen zijn terecht wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk verklaard.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67f
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 27 maart