Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat omkering van de bewijslast niet ziet op de vraag of sprake is van belastingplicht voor de toeristenbelasting. Het hof beoordeelt deze vraag op basis van de normale bewijslastverdeling, hetgeen betekent dat de heffingsambtenaar aannemelijk moet maken dat X belastingplichtig is. De heffingsambtenaar maakt de belastingplicht van X aannemelijk.
Belanghebbende, X, exploiteert met behulp van arbeidsmigranten een champignonkwekerij. X huurt een pand dat zij vervolgens doorverhuurt aan het uitzendbureau van de arbeidsmigranten. In geschil is of X belastingplichtig is voor de toeristenbelasting voor het verblijf van de arbeidsmigranten.
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat omkering van de bewijslast niet ziet op de vraag of sprake is van belastingplicht voor de toeristenbelasting. Het hof beoordeelt deze vraag op basis van de normale bewijslastverdeling, hetgeen betekent dat de heffingsambtenaar aannemelijk moet maken dat X belastingplichtig is. Naar het oordeel van het hof slaagt de heffingsambtenaar hierin, aangezien de betrokkenheid van X bij de verhuur van het pand voldoende is om de conclusie te rechtvaardigen dat zij gelegenheid heeft geboden tot verblijf in dat pand. Het hof past met betrekking tot de aanslag toeristenbelasting 2015 omkering en verzwaring van de bewijslast toe wegens het niet doen van de vereiste aangifte. X heeft niet aangetoond dat deze aanslag tot een te hoog bedrag is opgelegd en de aanslag is verder ook niet onredelijk. Met betrekking tot de voorlopige aanslag toeristenbelasting 2016 kan de bewijslast niet worden omgekeerd wegens het niet doen van de vereiste aangifte, aangezien X voorafgaande aan het opleggen van deze voorlopige aanslag niet is uitgenodigd tot het doen van aangifte. Deze aanslag blijft in stand.
Lees ook het thema Informatiebeschikking: stand van zaken
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 13 juni