Rechtbank Gelderland oordeelt dat mevrouw X zich er van bewust had moeten zijn dat zij in de btw-aangiften ten onrechte alle voorbelasting van haar woning aftrok. De jaarlijkse correctie ter zake van het privégebruik is zowel relatief als absoluut aanzienlijk. De bewijslast wordt daarom omgekeerd en verzwaard.

Mevrouw X exploiteert onroerende zaken in de vorm van een eenmanszaak. Twee panden worden als woningen verhuurd en twee panden worden btw-belast verhuurd. X heeft in 2001 een bedrijfspand/woonhuis gekocht met 4 hectare grond. Op dit perceel laat X vanaf 2008 een nieuw pand laten bouwen. Medio 2009 is dat pand opgeleverd. Over 2008 heeft X per saldo € 34.186 btw terugontvangen, over 2009 € 100.160, over 2010 € 12.365 en over 2011 € 5.982. In 2012 is een boekenonderzoek gestart. Volgens de inspecteur woont X vanaf 2009 in het nieuwe pand en wordt deze slechts 2,6% zakelijk gebruikt. In geschil is de naheffing van € 69.198 over 2008 tot en met 2011, alsmede de boete van € 4.920.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat ter zake van het privégebruik van het nieuwe pand jaarlijks circa € 14.000 moet worden gecorrigeerd. Deze correctie is zowel relatief als absoluut aanzienlijk. X had zich er ook van bewust moeten zijn dat zij in de aangiften ten onrechte alle voorbelasting voor het nieuwe pand aftrok. De bewijslast voor de naheffingsaanslag over 2009 tot en met 2011 wordt daarom omgekeerd en verzwaard. X heeft in 2009 btw voor in totaal negen auto's afgetrokken. Van vijf hiervan is niet duidelijk wat ermee is gebeurd, behalve dat deze eind 2009 volgens de RDW niet (meer) op haar naam stonden. De naheffing met betrekking tot deze auto's is dus terecht. De boete is ook terecht. Het achterwege laten van een correctie in verband met het privégebruik van het nieuwe pand is geen pleitbaar standpunt. Dit geldt ook voor het aftrekken van voorbelasting ter zake van facturen op naam van anderen, ter zake van privéaankopen en ter zake van niet bewaarde facturen. Vanwege de overschrijding van de redelijke termijn wordt de boete met 10% gematigd en heeft X recht op een immateriële schadevergoeding van € 1.000. De naheffingsaanslag over 2008 wordt vernietigd, aangezien X alsnog diverse facturen heeft overgelegd. Het beroep van X is deels gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 28 december

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen