X is enig aandeelhouder/directeur van een bv, die het management voert over een fitness-bv. De fitness-bv wordt in 2017 (mede) veroordeeld tot het betalen van € 453.476 aan een partij uit de USA. In geschil is de aanslag van X in de IB-sfeer over 2016. X had in zijn aangifte een post negatief loon opgenomen van -/- 226.738 (50% van 453.476), die de inspecteur heeft gecorrigeerd. In box 3 is voorts € 904.762 aan schulden gecorrigeerd. Rechtbank Gelderland stelt de inspecteur in het gelijk. X stelt in hoger beroep dat zijn bv door de USA-claim het gebruikelijke loon van € 75.000 niet meer kan betalen en dat diverse box 3 panden in de aangifte te hoog waren gewaardeerd.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X niet de vereiste aangifte heeft gedaan door het omwille van de liquiditeit bewust opvoeren van de onterechte post negatief loon. Omkering van het bewijs hoeft echter niet plaats te vinden, omdat X reeds op basis van de normale bewijsregels in het ongelijk wordt gesteld. Er is geen reden om het gebruikelijke loon van X te verlagen. De claim is namelijk pas in 2017 betaald en de bv van X was ook helemaal geen partij bij de civiele rechtszaak. Er zijn ook geen redenen om de waardering van de panden in de aangifte niet te volgen. Zo is de brandschade aan één van de panden al in de WOZ-waarde verwerkt en kan voor de overige panden geen correctie wegens leegstand worden toegepast. Het beroep van X is ook voor het overige ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden