De heer X heeft een eenmanszaak en handelt in gebruikte bouwmachines, vrachtwagens en oud ijzer. X koopt de goederen voornamelijk in Duitsland in en verkoopt ze ook weer binnen de EU of exporteert naar onder meer Jordanië, Syrië en Pakistan. Bij een boekenonderzoek wordt geconstateerd dat zijn kasadministratie ernstige gebreken vertoont en dat er negatieve kassen zijn. In geschil zijn de IB-navorderingsaanslagen over 2007 en 2008, alsmede de boetes. Rechtbank Noord-Nederland verlaagt de aanslagen en matigt de vergrijpboetes met 20% wegens overschrijding van de redelijke termijn. X stelt in hoger beroep onder meer dat de rechtbank een rekenfout heeft gemaakt.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X niet de vereiste aangiften heeft gedaan zodat de bewijslast moet worden omgekeerd. De inspecteur is bij de navordering van redelijke schattingen uitgegaan. X stelt vergeefs dat privé contant geld is geleend en dat de brutowinstpercentages na de omzetcorrecties te hoog zijn. De rechtbank had de matiging van de boetes echter wel moeten toepassen na vermindering van de aanslagen. Hierdoor resteren uiteindelijk boetes van € 2.235 (2007) en € 8.540 (2008). Deze zijn passend en geboden. Het beroep van X is deels gegrond.
Lees ook het thema Informatiebeschikking: stand van zaken
Wetsartikelen:
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 14 maart