Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat bij een tariefstelling die is gerelateerd aan uitsluitend de waarde van één bepaald vermogensbestanddeel geen sprake is van een heffing die afhankelijk is van het vermogen.

X beschikt over een gemeubileerde woning in de gemeente Ommen. Zij heeft haar hoofdverblijf buiten de gemeente Ommen. X is het niet eens met de aan haar opgelegde aanslagen forensenbelasting 2019 en 2020. Zij stelt dat de voor de woning vastgestelde WOZ-waarde geen toegestane heffingsmaatstaf is voor de forensenbelasting. Dit is volgens X namelijk in strijd met het in art. 219 lid 2 Gem. Wet opgenomen verbod op heffing naar het vermogen.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de gemeente Ommen niet in strijd met het verbod op heffing naar het vermogen handelt door de WOZ-waarde als heffingsmaatstaf te gebruiken voor de forensenbelasting. Een tariefstelling die is gerelateerd aan uitsluitend de waarde van één bepaald vermogensbestanddeel, zoals in deze zaak de WOZ-waarde van een woning, is niet aan te merken als een heffing die afhankelijk is van het vermogen. Het hof verwijst hierbij naar de wetsgeschiedenis en de jurisprudentie van de Hoge Raad. Ook verwijst het hof naar zijn uitspraak inzake de forensenbelasting 2018 van X (24 augustus 2021, 20/00838, V-N Vandaag 2021/2091 [-red.: De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie van X ongegrond verklaart onder toepassing van art. 81 lid 1 Wet RO, 15 juli 2022, 21/04035, V-N 2022/34.23.6)]. Dat de woning ook een bezitting vormt voor de box 3-heffing is niet van belang. Het gelijk is aan de heffingsambtenaar.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 219

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 25 juli

58

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen