Rechtbank 's-Gravenhage houdt de naheffingsaanslag LB in stand voor zover X bv een onbelaste vergoeding voor kosten van dubbele huisvesting langer dan twee jaar aan werknemer Y heeft verstrekt. De termijn van twee jaar geldt per dienstbetrekking en niet per opdracht. De boete vervalt.

Belanghebbende, werkgever X bv, stelt projectmanagers ter beschikking voor IT-gerelateerde projecten. De managers werken doorgaans bij de klant. De duur van de opdrachten varieert, maar is gemiddeld negen maanden. De inspecteur legt X bv een naheffingsaanslag LB op omdat zij één manager langer dan twee jaar een onbelaste vergoeding voor kosten van dubbele huisvesting heeft verstrekt omdat hij (nog) niet was verhuisd. De manager was in 2002 naar het noorden van het land verhuisd in de verwachting daar te worden gedetacheerd, maar zijn werkgebied lag sindsdien in het midden en westen van het land. In geschil is of de termijn van twee jaar van artikel 15b, eerste lid, letter i Wet LB (tekst 2009) per opdracht geldt, zoals de X bv verdedigt of per dienstbetrekking, zoals de inspecteur stelt.

Rechtbank ‘s-Gravenhage oordeelt dat noch uit de wettekst, noch uit de parlementaire geschiedenis blijkt dat de termijn van twee jaar geldt voor de duur van de opdracht of tewerkstelling. Dat de wetgever dit ook niet heeft bedoeld blijkt voorts uit het feit dat er voor de periode ná twee jaar is voorzien in een tegemoetkoming in artikel 82 Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Die houdt in dat de inhoudingsplichtige via eindheffing de (gebruteerde) belasting voor zijn rekening kan nemen indien sprake is van vergoedingen van kosten van huisvesting ná de tweejaarperiode. Aan X bv is ter zake van de correctie ook een vergrijpboete opgelegd van 10%. De rechtbank vernietigt de boete omdat de inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is geweest van opzet of grove schuld door X bv. Het geschilpunt is door de inspecteur voorgelegd aan het landelijk overleg loonheffingen. Gelet op de behoefte aan een intern overleg over de toepassing van het wetsartikel, kan de werkgever niet worden tegengeworpen dat zij redelijkerwijs had moeten onderkennen dat zij in 2009 aan de werknemer geen onbelaste vergoeding mocht verstrekken voor kosten van dubbele huisvesting, aldus de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Loonbelasting

Instantie: Rechtbank 's-Gravenhage

Editie: 12 augustus

33

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen