Het Gemeenschappelijke Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba oordeelt dat er geen wettelijke grondslag bestaat voor de door X toegepaste verrekening van loonbelastingschuld met onbetaald gebleven facturen.
Belanghebbende, X, verricht diensten voor de Directie Sociale Zaken van Aruba waarvoor zij facturen uitreikt die deels onbetaald zijn gebleven. In geschil is of X zijn onbetaald gebleven vorderingen op het Land Aruba met haar loonbelastingschulden mag verrekenen. De inspecteur legt naheffingsaanslagen loonbelasting en verzuimboeten op, omdat verrekening volgens hem niet mogelijk is.
Het Gemeenschappelijke Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba oordeelt dat er geen wettelijke grondslag bestaat voor de door X toegepaste verrekening van loonbelastingschuld met onbetaald gebleven facturen. Art. 11 van de Landsverordening Invordering Directe Belastingen verbiedt verrekening van belastingschulden met andere vorderingen op de overheid. Alleen de ontvanger is bevoegd om verrekeningen binnen het belastingstelsel door te voeren. Het beroep op het gelijkheidsbeginsel faalt, omdat belastingschulden een bijzondere status hebben en niet gelijkgesteld kunnen worden aan reguliere vorderingen. Het in de Landscourant gepubliceerde verrekeningsbeleid leidt niet tot een verval van het wettelijke verbod, omdat het slechts begunstigend beleid is dat onder voorwaarden toegepast kan worden. Aangezien X niet voldoet aan die voorwaarden, wordt de verrekening afgewezen. De naheffingsaanslagen en verzuimboeten blijven in stand en het hoger beroep is ongegrond.