Hof Amsterdam oordeelt dat de onbevoegdheid in eerste aanleg voor gedekt wordt verklaard ter voorkoming van een nodeloze vertraging. Met de beoogde verwijzing naar de juiste rechtbank wil X bv kennelijk een proceskostenvergoeding in de wacht slepen. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

X bv exploiteert een groothandel in surfartikelen. In geschil zijn de naheffingsaanslagen in de LB-sfeer over 2012 en 2013. Volgens Rechtbank Noord-Holland maakt de inspecteur met interne stukken aannemelijk dat die aanslagen naar het juiste adres zijn verzonden en dus tijdig bekend zijn gemaakt. X bv stelt in hoger beroep dat gelet op haar vestigingsadres Rechtbank Den Haag de zaak had moeten beslechten.

Hof Amsterdam (V-N Vandaag 2022/3175) oordeelt dat de onbevoegdheid van de rechtbank voor gedekt wordt verklaard ter voorkoming van een nodeloze vertraging. Ondanks dat in de uitspraak op bezwaar de juiste rechtsmiddelverwijzing naar Rechtbank Den Haag stond, is het beroep door X bv bij de verkeerde rechtbank ingediend. Met de beoogde verwijzing naar Rechtbank Den Haag wil X bv kennelijk slechts een proceskostenvergoeding in de wacht slepen. In het midden kan blijven of de aanslagen naar het vestigingsadres of naar de postbus van X bv zijn verstuurd. In beide gevallen moeten de aanslagen haar tijdig hebben bereikt. Het alsnog als getuige oproepen van een oud-medewerkster van de Belastingdienst is niet zinvol. Uit haar telefoonnotities volgt namelijk onomstotelijk dat zij alleen contact heeft gehad met de gemachtigde van X bv over problemen met de aangiften van 2016. Het is dus niet logisch dat zij toen het standpunt heeft ingenomen dat de aangiften over 2012 en 2013 juist waren. Het beroep van X bv is ongegrond. X bv gaat in cassatie, maar legt geen toereikende volmacht over. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:117

Algemene wet bestuursrecht 8:63

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

Editie: 15 juni

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen