Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de pensioen- en de lijfrenteaanspraak niet zijn afgekocht. De inspecteur maakt zijn stelling dat de r.c.-vordering (gedeeltelijk) is kwijtgescholden namelijk niet aannemelijk.

Belanghebbende, X, houdt de aandelen in A bv. Bij de oprichting van de bv in 1999 zijn X en A bv een lijfrente overeengekomen. Tussen X en A bv bestaat een rekening courant. In 2004 doet A bv een pensioentoezegging aan X. In haar VPB-aangifte 2014 waardeert A bv de r.c.-vordering op X af met € 985.000. Bij het opleggen van de IB-aanslagen 2014 - 2016 gaat de inspecteur voor meerdere ankers liggen. Zo stelt hij dat sprake is van afkoop van het pensioen en de lijfrente dan wel dat een uitdeling van winst is gedaan. Rechtbank Gelderland oordeelt dat het pensioen van X in 2014 is afgekocht, omdat de pensioenverplichtingen door de afboeking niet langer meer zijn gedekt.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de pensioen- en de lijfrenteaanspraak niet zijn afgekocht. De inspecteur maakt zijn stelling dat de r.c.-vordering (gedeeltelijk) is kwijtgescholden namelijk niet aannemelijk. De aangevoerde omstandigheden zijn onvoldoende om aan te nemen dat sprake is van kwijtschelding. Ook zijn de pensioen- en de lijfrenteaanspraak geen voorwerp van zekerheid geworden. Verder is er volgens het hof ook geen sprake van een winstuitdeling. X heeft namelijk recht heeft op een pensioen van de bv, met een waarde die ongeveer gelijk is aan zijn r.c.-schuld. Hij kan deze schuld dan te zijner tijd voldoen uit de te ontvangen pensioenuitkeringen. Het hof vernietigt de navorderingsaanslagen 2012 en 2013 en vermindert de andere aanslagen conform de door X ingediende aangiften.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 19b

Wet inkomstenbelasting 2001 3.81

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 30 januari

17

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen