Belanghebbende, X bv, koopt in 2012 een boerderij van A. Wanneer de bestemmingswijziging niet voor 1 januari 2015 is verkregen, wordt de overeenkomst ontbonden. Verder is overeengekomen dat X bv maandelijks € 2000 aan A betaalt. Dit bedrag wordt in mindering gebracht op de koopprijs. Omdat de bestemmingswijziging niet tijdig is verkregen, keert de eigendom weer terug bij A. De inspecteur honoreert vervolgens het verzoek van X bv om teruggaaf van de overdrachtsbelasting niet. Volgens de inspecteur is er namelijk geen sprake van herstel in de oude toestand, omdat X maandelijks € 2000 heeft ontvangen (in totaal € 40.000), en dit niet aan X bv hoeft terug te betalen.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X bv recht heeft op teruggaaf van € 24.000 aan overdrachtsbelasting. Volgens het hof is er namelijk wel sprake van herstel in de oude toestand. Het hof overweegt daarbij dat partijen een regeling hebben getroffen voor twee onderscheiden situaties: die waarin de ontbindende voorwaarde niet zou intreden en de door de koper betaalde bedragen in mindering strekten op de koopsom, en die waarin de ontbindende voorwaarde wel zou intreden en die bedragen niet in mindering konden strekken op de koopsom. Het hof wijst er hierbij op dat de betalingen geen betrekking hebben op de verkrijging, en dus ook geen onderdeel uitmaken van de tegenprestatie daarvoor. Het gelijk is aan X bv.
Wetsartikelen:
Wet op belastingen van rechtsverkeer 19
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 6 september