Q treedt op 1 november 2017 in dienst bij belanghebbende, X bv. In maart 2018 ontvangt X bv een doelgroepverklaring van het UWV. Hierin wordt verklaard dat Q recht had op een WW-uitkering. Naar aanleiding van een correctiebericht van 28 maart 2018 wordt aan X bv over de maanden november en december 2017 een premiekorting oudere werknemer toegekend voor Q. De inspecteur kent echter voor het jaar 2018 geen loonkostenvoordeel oudere werknemer toe aan X bv voor Q, omdat X bv in de aangifte over het laatste tijdvak van 2017 niet heeft aangegeven dat zij voor Q de premiekorting toepast.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat X bv recht heeft op loonkostenvoordeel voor Q. De rechtbank acht daarbij van belang dat aan alle materiële voorwaarden is voldaan. De inspecteur had de aanvraag niet mogen afwijzen uitsluitend op de grond dat de indicatie premiekorting niet was aangevinkt. De rechtbank overweegt daarbij dat alleen maar door een fout in de software de vinkjes die de salarisadministrateur in het correctiebericht had gezet zich niet hebben vertaald naar de indicatie voor premiekorting. Nu de inspecteur X bv niet in de gelegenheid heeft gesteld om dit gebrek te herstellen, en de omissie in het correctiebericht verstrekkende gevolgen heeft voor X bv, heeft de inspecteur gehandeld in strijd met art. 4.5 Awb en met de algemene regel binnen het Nederlandse rechtssysteem dat meebrengt dat omissies die verstrekkende gevolgen hebben, zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is moeten kunnen worden hersteld. De inspecteur had de aanvraag niet mogen afwijzen alleen maar omdat de indicatie premiekorting niet was aangegeven.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 4.5
Wet tegemoetkomingen loondomein 6.2
Wet op de loonbelasting 1964 28a
Wet op de loonbelasting 1964 28