Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X geen recht heeft op aftrek in verband met de uit de VS ontvangen dividenden. De rechtbank overweegt daarbij wel dat aan X moet worden toegegeven dat de tekst van art. 25 lid 3 van het Belastingverdrag NL-VS niet eenduidig is.

Belanghebbende, X, is begunstigde van twee in de Verenigde Staten gevestigde ‘irrevocable, non-discretionary trusts’. In 2012 ontvangt X € 7461 aan dividenden uit de VS. Ter zake van deze dividenden is in de VS geen (bron)belasting geheven. In geschil is of X op grond van art. 25 lid 3 van het Belastingverdrag NL-VS recht heeft op een bedrag aan aftrek op de Nederlandse belasting.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X geen recht heeft op aftrek in verband met de uit de VS ontvangen dividenden. De rechtbank overweegt daarbij wel dat aan X moet worden toegegeven dat de tekst van art. 25 lid 3 van het Belastingverdrag NL-VS niet eenduidig is. De rechtbank wijst daarbij op art. 25 Bvdb, dat in deze zaak ook van toepassing is, en waarin de vermindering wordt vastgesteld op de daadwerkelijk over de opbrengst geheven bronbelasting. De rechtbank leidt hieruit af dat X, nu de VS geen (bron)belasting heeft geheven, geen recht op aftrek heeft op grond van art. 25 lid 3 van het Belastingverdrag NL-VS.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Staten van Amerika tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen 25

Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Staten van Amerika tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen 10

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Internationaal belastingrecht

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 31 oktober

17

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen