Hof Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de bpm in de bezwaarfase niet is verlaagd wegens een aan de inspecteur te wijten onrechtmatigheid, maar dat de aangifte juist met meer dan normale zorgvuldigheid is heroverwogen.

Mevrouw X koopt in Duitsland een gebruikte Volkswagen, type Golf Variant 1.9 TDI C. In de aangifte is de verschuldigde en voldane bpm forfaitair berekend op € 4.712. De inspecteur verleent in de bezwaarfase op basis van ANWB-koerslijsten een teruggaaf van € 221. X stelt dat het evenredigheidsbeginsel met zich brengt dat de bpm niet hoger mag zijn dan de kosten die de Nederlandse overheid maakt in verband met de registratie van een auto. Rechtbank Leeuwarden stelt X in het ongelijk. X stelt in hoger beroep dat zij ten onrechte geen vergoeding van de bezwaarkosten heeft gekregen.

Hof Leeuwarden oordeelt dat de bpm in de bezwaarfase niet is verlaagd wegens een aan de inspecteur te wijten onrechtmatigheid, maar dat de aangifte juist met meer dan normale zorgvuldigheid is heroverwogen. X claimt dus ten onrechte vergoeding van de proceskosten in de bezwaarfase. Het beroep van X is ook voor het overige ongegrond. Anders dan X kennelijk meent, heeft de bpm niet het karakter van een retributie.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Hof Leeuwarden

0

Gerelateerde artikelen