Belanghebbende, X, gaat in beroep tegen het besluit van de heffingsambtenaar om zijn bezwaar kennelijk ongegrond te verklaren.
Volgens Rechtbank Gelderland moet het de heffingsambtenaar ondanks het onjuiste biljetnummer in het bezwaarschrift duidelijk zijn geweest wat X met zijn bezwaar wilde bewerkstelligen. Uit het bezwaarschrift blijkt dat het bezwaar is gericht tegen de WOZ-waarde van de woning die in gezamenlijke eigendom is van X en zijn echtgenote. De WOZ-beschikking staat op het aanslagbiljet van zijn echtgenote. In zijn bezwaar heeft X ten onrechte het nummer van zijn eigen aanslagbiljet genoemd (zonder WOZ-beschikking) in plaats van het nummer van het aanslagbiljet van zijn echtgenote. Vermelding van een onjuiste omschrijving van het besluit kan volgens de rechtbank leiden tot niet-ontvankelijkverklaring, maar alleen na geboden herstel. De heffingsambtenaar heeft geen mogelijkheid van herstel geboden, maar het bezwaar kennelijk ongegrond verklaard. Dit is niet juist. De rechtbank oordeelt dat X belang heeft om bezwaar te maken tegen de aan zijn echtgenote opgelegde WOZ-beschikking. De rechtbank verklaart het bezwaar alsnog gegrond en verlaagt de WOZ-waarde van € 358.000 naar € 330.000.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 7 november