De Kennisgroep belastingplicht en kwalificatie rechtsvormen stelt dat een onder een Duitse trustovereenkomst vallend pensioenvermogen niet kwalificeert als een doelvermogen.

De Duitse werkgever, X GmbH, heeft ten behoeve van het beheer en de uitvoering van pensioenregelingen van (voormalige) werknemers van de werkgever een Pensionstreuhand ingesteld. De Pensionstreuhand is ingesteld bij een trustovereenkomst naar Duits recht (Treuhandvereinbarung). De trustovereenkomst is aangegaan met een eingetragener Verein naar Duits recht (‘e.V.’). X GmbH heeft in verband met de trustovereenkomst het betreffende pensioenvermogen aan deze e.V. overgedragen. De e.V. fungeert binnen de Pensionstreuhand als Treuhänder (bewaarder) en beheert in die hoedanigheid het pensioenvermogen overeenkomstig de trustovereenkomst. Het pensioenvermogen wordt volgens de trustovereenkomst aangewend ter belegging in Nederlandse effecten.

Aan de kennisgroep wordt de vraag gesteld of het onder de trustovereenkomst vallende pensioenvermogen als doelvermogen kwalificeert ex art. 3 lid 1 sub c Wet VPB 1969. De kennisgroep beantwoordt de vraag ontkennend. Om te kwalificeren als doelvermogen moet sprake zijn van: i) een tot een bepaald doel afgezonderd vermogen, ii) dat geen rechtspersoonlijkheid heeft en iii) evenmin aan een (rechts)persoon toebehoort (zie HR 24 januari 2020, ECLI:NL:HR:2020:115, V-N 2020/7.12). In casu kan er geen sprake zijn van een doelvermogen omdat het pensioenvermogen toebehoort aan rechtspersonen. Immers de e.V. naar Duits recht is als Treuhänder (bewaarder) juridisch gerechtigd tot het pensioenvermogen en de werkgever (de GmbH naar Duits recht) is economisch gerechtigd tot het pensioenvermogen.

[Nieuwsbron]

Rubriek: Vennootschapsbelasting

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 28 juni

Informatiesoort: VN Vandaag

125

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen