X doet voor het jaar 2020 aangifte IB/PVV en voert aftrekposten op voor reiskosten openbaar vervoer van € 1079 en specifieke zorgkosten van € 1635. De inspecteur accepteert de aftrekposten niet. Tevens is een verzuimboete van € 385 opgelegd wegens te late indiening van de aangifte. X maakt bezwaar tegen de aanslag, de belastingrente en de boetebeschikking. De inspecteur verklaart het bezwaar ongegrond. X stelt beroep in bij de rechtbank, maar is niet aanwezig tijdens de zitting.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslag, de boetebeschikking en de belastingrentebeschikking terecht en naar de juiste bedragen zijn vastgesteld. X overlegt geen stukken waaruit volgt dat zij zorgkosten heeft gemaakt en waaruit blijkt dat zij reiskosten openbaar vervoer heeft gemaakt. Daarnaast oordeelt de rechtbank dat de verzuimboete terecht is opgelegd, omdat X niet tijdig aangifte heeft gedaan ondanks uitnodiging, herinnering en aanmaning. Het beroep op afwezigheid van alle schuld slaagt niet. Uit het dossier blijkt niet dat X om een papieren aangiftebiljet heeft gevraagd voor het jaar 2020. Het beroep van X wordt ongegrond verklaard.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67a
Wet inkomstenbelasting 2001 6.1
Wet inkomstenbelasting 2001 6.17
Wet inkomstenbelasting 2001 3.87
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 4 februari
Informatiesoort: VN Vandaag