Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat in 2014 nog sprake is van een bron van inkomen. X heeft namelijk in dat jaar geen opdrachten binnengehaald, en dus ook geen omzet behaald. Daarnaast is X per 1 juni een fulltime dienstverband aangegaan.

X exploiteert sinds 2003 een eenmanszaak. Door een motorongeluk eind 2013 liggen de activiteiten voor korte tijd stil en zegt een opdrachtgever het contract op. Afgezien van een andere opdrachtgever, die de opdracht beëindigd voorafgaand aan de ingangsdatum, vindt X hierna geen nieuwe opdrachtgevers meer. Op 1 juni 2014 treedt X fulltime in dienst bij A bv. De door X ingediende IB-aangifte 2014 wordt door de inspecteur gecorrigeerd. Hij gaat er vanuit dat de onderneming medio 2014 is gestaakt en dat de FOR daardoor vrijvalt. X is het hier niet mee eens. Hij is van mening dat er nog steeds sprake is van een onderneming. In geschil is of de activiteiten die X in 2014 voor zijn eenmanszaak heeft verricht een bron van inkomen vormen.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat in 2014 nog sprake is van een bron van inkomen. X is per 1 juni 2014 een fulltime dienstverband aangegaan, waardoor de beschikbare tijd voor de ondernemingsactiviteiten is afgenomen. Daarnaast heeft X in 2014 geen opdrachten binnengehaald, en dus ook geen omzet behaald. Dit geldt ook voor de jaren 2015 - 2020. Het is dan niet aannemelijk dat in het jaar 2014, naar maatschappelijke opvattingen bezien, een voordeel verwacht kan worden uit de werkzaamheden voor de eenmanszaak. De onderneming is per 30 mei 2014 gestaakt. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.4

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 19 juli

75

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen