X bv doet in januari 2014 BPM-aangifte voor de registratie van een gebruikte BMW 525 XD Executive. De inspecteur legt een naheffingsaanslag op van € 400 omdat hij van mening is dat de auto een btw-auto is en dus een hogere waarde heeft. Deze stelt hij vast op basis van de koerslijst voor een btw-auto. Volgens Rechtbank Den Haag mag worden uitgegaan van de koerslijst van een marge-auto, zoals X bv bepleit. Het onderscheid tussen een btw-auto en marge-auto is namelijk geen concreet aanwijsbare eigenschap van de auto zelf. Het onderscheid geeft slechts de belastingpositie van de handelaar in de handelsketen weer. Dit is op zichzelf onvoldoende om te constateren dat een btw-auto en een marge-auto niet langer concurreren en dus niet meer gelijksoortig zijn. X bv heeft recht op een proceskostenvergoeding, maar er is wel sprake van vier samenhangende zaken conform art. 3 lid 2 van het Besluit proceskosten bestuursrecht dat vanaf 1 januari 2015 geldt. De inspecteur gaat in hoger beroep.
Hof Den Haag oordeelt dat X bv de laagste waarde op de koerslijst mag kiezen, ongeacht hoe zij eigenaar van de auto is geworden en ongeacht de fiscale herkomst daarvan. De (fiscale) herkomst van de auto of de voor de omzetbelasting aan de auto toe te kennen status is namelijk geen eigenschap die aan de auto kleeft en beïnvloedt de BPM-heffing dus niet. Het feit dat de invoer van een marge-auto gunstiger is, maakt de handelswijze van X bv niet strijdig met het neutraliteitsbeginsel. Het beroep van de inspecteur is ongegrond. Hoewel in bezwaar, beroep en hoger beroep sprake is van vier samenhangende zaken, brengt het rechtszekerheidsbeginsel niettemin mee dat voor het vaststellen van de proceskosten in bezwaar geen samenhang wordt aangenomen. De uitspraak op bezwaar is namelijk van 23 juli 2014. Het incidentele hoger beroep van X bv is slechts in zoverre gegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Besluit proceskosten bestuursrecht 3
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 11 april