Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het niet in strijd met het EU-recht is dat Italië onderscheid maakt bij de strafbaarstelling van het niet-afdragen van btw en het niet-afdragen van bronbelasting voor de IB. De twee inbreuken worden namelijk niet geacht qua aard vergelijkbaar en even ernstig te zijn.
Mauro Scialdone is enig directeur van Siderlaghi Srl. Omdat Siderlaghi de btw niet binnen de gestelde termijn afdraagt, wordt Scialdone strafrechtelijk vervolgd in Italië. Terwijl deze procedure loopt, wordt de toepasselijke nationale wet op diverse onderdelen gewijzigd. Nadat de wijzigingen van kracht zijn geworden, zouden de feiten die Scialdone heeft begaan niet meer strafbaar zijn. Zo ligt het bedrag aan niet op tijd afgedragen btw onder de nieuwe drempel. De Italiaanse rechter vraagt zich af of de wetswijziging wel verenigbaar is met art. 4 lid 3 VEU, artikel 325 VWEU, de Btw-richtlijn en de Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen, en stelt daarom prejudiciële vragen in deze zaak.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het niet in strijd met het EU-recht is dat Italië onderscheid maakt bij de strafbaarstelling van het niet-afdragen van btw en het niet-afdragen van bronbelasting voor de IB. Er is namelijk sprake van een strafbaar feit als de niet-afgedragen btw meer dan € 250.000 bedraagt, terwijl deze drempel voor de IB € 150.000 bedraagt. Het Hof van Justitie EU merkt daarbij op dat de twee inbreuken niet worden geacht qua aard vergelijkbaar en even ernstig te zijn.
Wetsartikelen:
Verdrag betreffende de Europese Unie 4
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 325
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal)
Editie: 4 mei