X is zelfstandig timmerman. Daarnaast verricht hij werkzaamheden als invalleerkracht in het basisonderwijs. In geschil is of X recht heeft op de zelfstandigenaftrek en de MKB-winstvrijstelling. Volgens de inspecteur kwalificeren de onderwijsactiviteiten namelijk niet als winst uit onderneming. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de onderwijsactiviteiten kwalificeren als winst uit onderneming. Hieraan doet volgens de rechtbank niet af dat X arbeidsovereenkomsten met de scholen sluit. Volgens de rechtbank zijn de arbeidsovereenkomsten alleen maar gesloten om er voor te zorgen dat de scholen de kosten bij het Vervangingsfonds voor het primair onderwijs kunnen declareren. De rechtbank hecht hierbij onder belang aan de volgende feiten:
- X wordt niet doorbetaald bij ziekte;
- X heeft geen recht op vakantiedagen;
- de overeenkomsten zijn wederzijds opzegbaar, en
- X hoeft niet aanwezig te zijn bij lerarenvergaderingen.
Het gelijk is aan X. De rechtbank vermindert de aanslag.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat er geen sprake is van winst uit onderneming voor de onderwijsactiviteiten. Volgens het hof is X namelijk arbeidsovereenkomsten overeen gekomen met de scholen, en ontbreekt de voor het ondernemerschap vereiste zelfstandigheid. Het hof overweegt hiertoe ondermeer dat X conform de cao recht heeft op doorbetaling bij ziekte en bij feest- en vakantiedagen. Tevens heeft X ook nog recht op vakantiegeld. Verder verwerpt het hof ook het beroep van X op de VAR. Deze is namelijk afgegeven voor de werkzaamheden van X als timmerman. X heeft dan geen recht op de zelfstandigenaftrek en ook niet op de MKB-winstvrijstelling.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.6
Wet inkomstenbelasting 2001 3.8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 9 mei