Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de stukken die betrekking hebben op de gemachtigde van X en diens kantoor in de procedure van X niet behoren tot de op de zaak betrekking hebbende stukken.

Erflater X claimt in zijn aangifte IB/PVV 2013 voor € 1.634 aan aftrek van specifieke zorgkosten. De aangifte is ingediend door een gemachtigde die werkzaam is bij Werkkollektief Hoorn (hierna: WKH). Uit onderzoek blijkt dat bij aangiften IB/PVV ingediend door deze belastingadviseur er een verhoogd risico is op onjuistheden. De Belastingdienst besluit alle aangiften van WKH waarbij de aftrekposten boven een bepaald bedrag uitkomen te onderzoeken. Dit leidt bij X tot een correctie van de aftrekpost via een navorderingsaanslag.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de stukken die betrekking hebben op de gemachtigde van X en diens kantoor in de procedure van X niet behoren tot de op de zaak betrekking hebbende stukken. Hoewel het onderzoek waarop de stukken betrekking hebben, heeft geleid tot vragen over de aangifte erfbelasting van X, zijn de stukken niet van belang voor de beslechting van de nog bestaande geschilpunten tussen X en de inspecteur. De inspecteur heeft terecht aftrek van zorgkosten geweigerd. X heeft wel recht op een immateriële schadevergoeding van € 1.000 wegens overschrijding van de redelijke termijn.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.17

Algemene wet bestuursrecht 8:42

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 9 november

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen