Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de werkzaamheden van X in 2013 voor de IB niet als een onderneming kwalificeren. X had namelijk maar één opdrachtgever, de adviespraktijk van haar partner. Deze adviespraktijk kan niet worden aangemerkt als een derde.

Belanghebbende, X, verricht werkzaamheden voor de adviespraktijk van A. A is haar partner. X is van mening dat de door haar genoten inkomsten moeten worden aangemerkt als winst uit onderneming. Volgens de inspecteur is er sprake van ROW. Verder is in geschil of de woning van X en A als ondernemingsvermogen kwalificeert.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de werkzaamheden van X in 2013 voor de IB niet als een onderneming kwalificeren. X had namelijk maar één opdrachtgever, de adviespraktijk van haar partner. Deze adviespraktijk kan niet worden aangemerkt als een derde. Daarbij is het hof nog van mening dat het risico op wanbetaling gering is en dat X geen goed inzicht heeft gegeven in haar werkzaamheden. De werkzaamheden moeten als ROW worden aangemerkt. Ten aanzien van de woning stelt het hof vast dat deze tot het privévermogen behoort. De woning kan namelijk niet worden gesplitst en A gebruikt de werkruimte ook voor zijn adviespraktijk. Verder maakt X niet aannemelijk dat, voor zover zij de werkruimte dan wel andere delen van de woning voor haar werkzaamheden heeft gebruikt, dat dit gebruik meer dan zeer bijkomstig is geweest. Het hof weegt daarbij ook mee dat X geen goed inzicht heeft gegeven in haar werkzaamheden. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.90

Wet inkomstenbelasting 2001 3.2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 28 oktober

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen